Wilma - rotsbodem of ‘the worst is yet to come’

in #nederlands7 years ago

(Wat voorafging: Wilma ligt in het ziekenhuis. Daar tussen droom en werkelijkheid, vraagt ze zich af wie de grootste antagonist in haar verhaal is. Wie haar toch steeds het gevoel van ‘poep’ op haar hoofd geeft.)

Je komt er tegenwoordig in om, van die posters met spreuken, kleine waarheden of poëziecitaten. ‘Love you to the moon and back, staat er dan op hout gedrukt of in metaal gestanst.
Nog voordat de rage begon als iets hips om te eindigen bij Blokker (als de carrière van een tv-kok, die zijn naam aan een pannenset of aan messen verbindt), was Wilma verzamelaar. Op de muren om haar schrijfplek thuis heen, hangen door haar zelf ingelijste A4tjes met lievelings quotes:

·Ik weet slechts een ding, dat ik niets weet-Socrates
·In het hart van elke moeilijkheid, ligt een kans-Albert Einstein
·Knip je haar niet kort, als je veertig wordt-Wilma Jansen
·Rock bottom became a solid foundation on which I rebuilt my life-J. K. Rowling

En precies voor het punt dat -slecht vertaald- rotsbodem heet, staat Wilma nu. Alleen weet ze dat nog niet, ze is pas net uit de auto gestapt.

Wolfgang heeft haar vanmorgen opgehaald uit het ziekenhuis.
‘Een paar weken pas op de plaats, niet naar de film, geen alcohol, niet zelf autorijden.’ Met dat advies had de dokter haar ontslagen van ontbijten met lauwe thee en wit brood met jam.
Maar ik mag wel naar mijn cavia’s, denkt Wilma. Ze loopt voor al het andere, eerst naar de garage. Tegen de muur, in een flatgebouw gemaakt van gestapelde kooien, woont haar geluk. Nog voordat Wilma de deur opent, hoort ze het vertrouwde piepen.

Wilma stapt de garage-schemer in en weg is de zeurende hoofdpijn, die ze met haar nachtjapon, tandenborstel en nachtbeugel uit het ziekenhuis meenam. Is het een teken aan de wand dat de plek in huis, waar Wilma zich het meest compleet voelt, buitenshuis is?

‘Dag Mieke, dag Valentijn.’ Wilma staat stil bij elke kooi. En met elk dier dat ze ziet, klopt haar hart rustiger.
Julia heeft haar taak, het verzorgen van de dieren, gelukkig serieus genomen.
De cavia’s zitten op een vers tapijt van hooi en geen van de diertjes lijkt aan gewicht te hebben verloren.

Uit de kast, waarin de cavia verzorgingsspullen (voer, kammen, paracetamol en vaseline) staan, pakt Wilma een doosje met het snoep. Ze hoef er maar mee te schudden om de kakafonie van cavia naar een hoogtepunt te helpen.

Wilma opent deurtjes en legt een snoepje in elk hok. ‘Kijk eens Julio Iglesias, smul maar lekker Greta. En voor jou Soa, heb ik een beetje extra snoepje.’
Soa is Wilma’s lievelingskind. Vanwege de gemene deler die het beestje heeft met andere Sociaal Ongewenste Aspecten in de dierenwereld. Op verschoppelingen als deze zijn de mensen juist dol. Wat heeft hij haar gemist, denkt Wilma. Soa piept het hardst van alle.

Wat vreemd is: Als Wilma haar hand in het hok van haar liefste steekt, bekruipt haar eenzelfde gevoel als ze een week geleden had, toen ze op Julia’s kamer de doos met de slang vond.
De slang, die met de vleugelslag van een vlinder de ketting van gillen, vallen, stoten, hersenschudding, ziekenhuis veroorzaakte.
De slang, die daarna achter een plint verdween en volgens Wolfgang onvindbaar was.
De kosmos moet haar haten. Want die slang, ziet Wilma, ligt in het hok van Soa!

Ze gilt ditmaal niet. Nu ja, alleen vanbinnen en alleen van woede. Want op het moment dat Wilma ontdekt hoe het vieze zwarte reptiel zich onder het hooi in de kooi van Soa heeft verstopt, valt alles samen. Zonder er al teveel over na te denken, grijpt Wilma het beest achter zijn nek met een hand. En omdat hij kronkelt, met haar andere bij zijn staart.

De slang voelt niet glad, niet koud en niet fijn, maar Wilma stapt zeer rustig de garage uit.
En buiten is de kosmos haar beter gezind. Net als ze haar ogen even half dichtknijpt, omdat de zon erin schijnt, fietst Julia de oprit op. Ze zet haar fiets niet in het rek, maar tegen de muur van het huis.
‘Zo, ben je er weer?’ zegt Juul met die typische achteloosheid van een puber. Een strontvervelende arrogante onaardige rotpuber, denkt Wilma als ze naar haar dochter loopt.

‘Zo en ruim jij deze maar op,’ en met die woorden duwt ze de slang in de armen van haar dochter. En Wilma blijft niet eens staan om naar het gezicht van haar dochter te kijken.

Ik was het zelf al die tijd, denkt Wilma als ze zich omdraait en naar de voordeur loopt. De lethargie poepte op mijn kop.

En wat Adam en Eva al wisten: Soms is er een slang nodig voor een impuls, die je leven doet wankelen.

rock-bottom.jpg

redactie: doornoor

foto:http://www.lifewiththequirkyboys.com/2016/09/05/rock-bottom/

Wat leuk dat je Wilma hebt gelezen. Wilma mag worden gedeeld en haar je duimen geven mag ook. Wil je Wilma vanaf het begin lezen, klik dan op de link @rsauerschnig