De Pazzi-samenzwering

in #politics4 years ago

(English version coming soon)

Toen ik op Twitter de vraag stelde wie er eerder van de Pazzi-samenzwering had gehoord, ging er bij minder dan 20% van de mensen een lampje branden. En ik zal ook gelijk bekennen; tot voor kort bevond ik me ook onder de grote meerderheid die er niet van wist.

Zoals de naam Pazzi wellicht doet vermoeden, speelt het zich af in Italië, en wel het Florence van de 15e eeuw. Florence, al sinds de 12e eeuw een republiek in naam, gedraagt zich echter niet als de vrije republiek die het beweert te zijn. In de 15e eeuw begint de Medici-familie, bankiers en handelaren van beroep, dusdanig de overhand te krijgen dat Florence zich als een oligarchie begint te gedragen. De Pazzi, een rivaliserende bankiersfamilie in dezelfde stad, besluit dat het de machthebbende Medici, Lorenzo en zijn jongere broer Giuliano, hardhandig uit de weg moet ruimen. Op zondag 26 april 1478 besluiten ze toe te slaan tijdens de kerkdienst in een van Florence's kathedralen; een opmerkelijk toneel voor moord in de doorgaans vrome Middeleeuwen.
De missie slaagt half: Giuliano wordt doodgestoken, maar Lorenzo overleefde met lichte verwondingen. Na enkele uren complete chaos en een gepoogde coup door de Pazzi, die beweerden dat beide broers dood waren, weten Lorenzo en zijn bondgenoten de macht over de stad te consolideren, en de Pazzi en anderen die aan het plot meewerkten gevangen te nemen en ter dood te brengen of te verbannen.

Dat is de korte versie van het verhaal; echter zijn er bepaalde aspecten van deze plaats, periode en omstandigheden waar ik bij stil wil staan.

Bankiers als machthebbers

Allereerst is een blik op het bankieren als beroep in Middeleeuws Italië nodig. De Katholieke kerk kende in die tijd een verbod op woeker, i.e. het heffen van rente over verstrekte leningen. Dit leidde er vaak toe dat bankzaken in Europa gedaan werden door niet-christelijke groepen (bijv. Joden, zie de Bank van Amsterdam, Bank of England etc.). Hoe is het dan mogelijk dat Italiaanse bankfamilies in Florence kunnen floreren, terwijl de Paus zich op zo'n 250 kilometer afstand bevindt, met de mogelijkheden van de temporale Pauselijke Staat achter zich?

Simpel gezegd werd er gespeeld met de definitie van woeker, en met wat boekhouders-trucjes omzeild. Raymond de Roover, een Vlaming aan de Harvard-universiteit, schreef in de jaren '60 over de bancaire praktijken in onder andere Florence. In plaats van dat er letterlijk rente over leningen gevraagd werd, werden de rentekosten bijvoorbeeld verborgen in de wisselkoers tussen verschillende munteenheden. Dit is in Florence ook terug te zien in de naam van het bankiersgilde als 'geldwisselaars-gilde', implicerend dat de winst bij de bankiers vooral zat in het wisselen tussen verschillende munteenheden. En dit kon vaak en relatief makkelijk gedaan worden, aangezien iedere deelstaat in Italië destijds een andere munt in gebruik had.

In andere landen, zoals Spanje, was het niet mogelijk voor Christelijke bankiers om op deze manier door het oog van de wettelijke naald te kruipen. In Florence leken de bankiers ook te beseffen dat ze dicht tegen de illegaliteit aan kropen; velen probeerden dit te compenseren door grote giften te doen aan de Kerk. Wat hen echter wel geholpen heeft, is dat de Medici-familie ook de bankzaken van de paus deed in een groot deel van de 15e eeuw. Het zou voor Rome dus vanuit een praktisch oogpunt moeilijk worden om woekerpraktijken in Florence te bekritiseren, zonder zelf in een hypocriete situatie gezien te worden. Het eindresultaat is dat bankiers in Florence op ietwat gecompliceerde wijze moesten werken, maar niet in de essentie gehinderd werden.

Waar bij het verdienen van geld tegen de grenzen van illegaliteit aan geschuurd werd, werd deze bij het behouden van verworven inkomsten volledig overschreden. Belastingontduiking was wijd verspreid en systematisch. Dit is vandaag de dag nog terug te zien in de archieven, bij de vermogensbelasting die geheven werd in Florence. Hiervoor werd een zogeheten catasto opgevraagd bij de rijkere lieden in de stad, waaronder de bankiers. Zij moesten hierin de waarde van al hun zaken, onroerend goed, huidige ondernemingen etc. inschatten, waarbij een percentage van het totale bedrag als belasting geheven werd.

In theorie is het een belasting die iedereen naar verhouding in dezelfde mate 'raakt', ongeacht klasse/sociale rang. Echter waardeerden de rijkste lieden in de stad, waaronder de Medici, hun bezittingen en ondernemingen ver beneden de daadwerkelijke waarde, om zo minder belasting te hoeven betalen. De Roover laat zien dat in sommige catasto's de opgegeven waarde van Medici-bankafdelingen minder dan de helft van hun daadwerkelijke waarde zijn. Nu kan je je voorstellen dat dit voor de autoriteiten destijds moeilijk te controleren is, aangezien de Medici-bank vestigingen had in verre oorden als Londen en Brugge.

Fragmentatie van Italië

image.png
(Uit 'April Blood, Florence and the plot against the Medici' 2003)

Wat ook enorm bijdroeg aan de dynamiek van de Pazzi-samenzwering waren de belangen van de verscheidene staten waaruit Italië destijds bestond. De ontevredenheid over de heerschappij van de Medici-familie in Florence reikte verder dan de grenzen van die republiek. Zowel de paus (Sixtus iv) als de koning van Napels zagen een regime change in het naburige Florence wel zitten, en zagen de Pazzi als een mogelijke bondgenoot voor hun verdere Italiaanse ambities.

Dat gemaakte bondgenootschappen snel kunnen veranderen in Italië, blijkt ook uit de nasleep van de Pazzi-samenzwering: na de gefaalde poging tot moord op Lorenzo ontstaat er een oorlog tussen Florence (geholpen door Milaan en in de steek gelaten door Venetië) en de Pauselijke Staat en Napels. Echter betekende de opkomst van de nieuwe hertog van Milaan, Ludovico Sforza, dat Napels bereid was van kamp te wisselen, wat snel tot het einde van de oorlog leidde in 1479. Dat het met intrige beladen Italië in deze periode een politiek meesterbrein als Machiavelli voortbrengt, zal niemand verbazen.

Nasleep

Lorenzo Medici, bijgenaamd 'il Magnifico', wist de rivaliserende Pazzi-familie met succes alle macht en welvaart te ontnemen in de jaren die volgden op de half geslaagde moordpartij in 1478. De oorlog die volgde met de Paus en Napels eindigde in een gelijkspel, waar het een tijdje waarschijnlijk leek dat Florence het onderspit zou delven. Lorenzo werd door Florence als een ware princeps (prins) onthaald; ondanks dat hij geen enkele hoge officiële functie vervulde, wist iedereen wie er aan de touwen trok in de stad.

Zijn politieke status was verheven; echter werden de eerste scheuren in de Medici-bank in die jaren al zichtbaar. Leningen aan koningen en veldheren die door verlies in de politieke of militaire arena niet terug konden betalen, mager beheer van verder gelegen bankafdelingen en oorlogen in zuidoost-Europa met de Turken deden de financiële welvaart van de Medici kelderen. In de jaren '1480 koerste het succes van de Medici-familie vrijwel alleen voort op het politieke en maatschappelijke succes van Lorenzo.

Toen deze in 1492 op 43-jarige leeftijd stierf na een lange ziekteperiode, was het snel voorbij met de hoge positie van de Medici; zijn zoon Piero had niet de politieke gaven van zijn vader geërfd, en het bondgenootschap dat hij sloot met het invasieleger van Frankrijk in 1494 werd hem betaald gezet door alle omliggende Italiaanse staten. De Medici werden uit Florence verdreven, om decennia later pas weer op hoge positie terug te komen. De Pazzi-familieleden -waarvan velen verbannen waren na 1478- mochten in 1494 weer hun rentree maken in Florence. Ironisch genoeg was hun positie in de daarop volgende jaren beter dan die van de Medici. De geschiedenis maakt soms rare bochten.

-Marcus

Boeken ter naslag:
Raymond de Roover: 'The rise and decline of the Medici bank 1397-1494' (1963)
Lauro Martines: 'April Blood: Florence and the plot against the Medici' (2003)